Naam : Neli Soares
Functie : WMO-Welzijn manager
Organisatie : MIJ (voorheen Internos Thuiszorg)
Neli werkt als WMO-Welzijn manager bij MIJ (voorheen Internos Thuiszorg). Binnen haar organisatie wordt er veel gewerkt met innovaties. Die zijn vooral bedoeld om cliënten meer zelfredzaam te maken en zorgprofessionals te ontlasten. In dit artikel vertelt ze hierover.
Samen naar moderne thuiszorg
We weten dat de vraag naar zorg stijgt en het aantal zorgprofessionals afneemt. Om toch kwalitatief goede zorg te kunnen blijven geven aan de mensen die dat echt nodig hebben, zijn we als organisatie het project ‘Samen naar moderne thuiszorg’ gestart. Binnen dat project denken we na over hoe we de thuiszorg van de toekomst vormgeven. Waarbij aandacht is voor meer zelfredzaamheid van onze cliënten met een kortdurende hulpvraag en focus op de inzet van onze zorgprofessionals bij cliënten die het echt niet zelf kunnen.
Hulpmiddelen
Binnen het project doen we verschillende pilots met innovaties. Denk bijvoorbeeld aan een pilot met een hulpmiddel om zelf steunkousen (TEK kousen) aan te trekken. Dit gebeurt in samenwerking met onze wijkverpleegkundige, de huisarts en ergotherapeut. Samen kijken we welke cliënten in aanmerking komen om mee te werken aan een pilot. De cliënten en/of hun mantelzorgers worden dan benaderd met het verzoek om mee te doen. Daar wordt veelal positief op gereageerd.
We beginnen altijd met een kleine groep cliënten, in dit geval 30. Van die 30 cliënten trekken er inmiddels 28 zelf hun steunkousen aan. Twee van hen kunnen dat om medische redenen niet. We kunnen dus eigenlijk wel spreken van een succes. We gaan dit nu dan ook verder uitrollen binnen de organisatie en maken het onderdeel van onze Mobile Care pakket. Waar bijvoorbeeld ook de druppelbril en de medicijnendispenser inzitten.
Reablement
We werken vanuit het gedachtegoed van reablement; dus wat kan iemand nog zelf. En als iemand iets niet zelfstandig kan, kijken we wat voor hulpmiddelen er zijn om hem of haar hierbij te helpen. Dat maakt dat we geregeld pilots doen met innovaties.
Kartrekkers
Toen we als organisatie begonnen met innoveren, hebben we een traject met Stichting Verbeterlab doorlopen. Dat heeft ons handvatten gegeven, die we nog steeds toepassen. Zo zoeken we bijvoorbeeld altijd ambassadeurs en aandachtsvelders. Dit zijn collega’s die het leuk vinden om te innoveren en andere goed kunnen enthousiasmeren om mee te doen.
Klein beginnen
Ook betrekken we medewerkers vanaf het begin bij het proces en beginnen we altijd klein aan een pilot. Zowel als het gaat om het aantal deelnemende cliënten als het aantal deelnemende professionals.
Verbonden aan innoveren
De deelnemende cliënten worden zorgvuldig uitgekozen. Door de professionals in de wijk, maar ook met behulp van één van onze therapeuten. We kijken dan naar wat zij kunnen en nodig hebben. Soms start je daarom met minder cliënten dan we in eerste instantie dachten. Maar dat weerhoudt ons niet om door te gaan. Als organisatie hebben we ons echt verbonden aan innoveren: medewerkers en leidinggevenden. Dus als we een mogelijkheid zien, gaan we er met elkaar voor.
Vrijheid en ruimte om te experimenteren
Inmiddels hebben we dan ook best wat innovaties met een pilot getest. Het meeste wordt uiteindelijk in de hele organisatie geïmplementeerd. Een enkele keer doen we dat ook niet. Dan leren we bijvoorbeeld uit de pilot dat iets niet past bij onze organisatie of dat onze cliënten er nog niet klaar voor zijn. En dat is ook prima, dan pakken we het later soms alsnog op of we laten het voor wat is. We krijgen van onze directie vrijheid en ruimte om te experimenteren en dat is nodig als het om innoveren gaat.
Kennis en ervaring delen
Ideeën voor innovaties komen bij ons veelal vanaf de werkvloer. Medewerkers kennen de cliënten, weten wat ze kunnen en wat de vraagstukken zijn. In team overleggen worden dan ook regelmatig vraagstukken of suggesties voor innovaties besproken. Die leggen we voor aan onze innovatiemedewerker. Deze kijkt wat er beschikbaar is. Zelf kijk ik uiteraard ook goed om me heen. Leren van de kennis en ervaring van anderen is heel belangrijk. De innovatie-fabriek helpt ons. Tijdens de meet ups zijn we altijd aanwezig. Ook sparren we regelmatig met Brenda of attendeert zij ons op hulpmiddelen die voor ons interessant kunnen zijn. Ik vind het fijn dat zo’n netwerk er is en dat iedereen in dat netwerk die onderlinge samenwerking omarmd.